Fred de Haas
De verhalen van Nanzi maken onlosmakelijk deel uit van het Caraïbisch erfgoed. Tienduizenden Caribeños hebben als kind ademloos geluisterd naar de streken die de Afrikaanse Spin uithaalde met mensen en dieren die vaak groter waren dan hijzelf.
In 1952 verzamelde de Curaçaose onderwijzeres Nilda Jesurun Pinto een dertigtal ‘Cuentanan di Nanzi’ die een eerste heruitgave beleefden in 1965.
De toenmalige Inspecteur van Onderwijs, de heer P.T.M. Sprockel (every inch a gentleman) bedankte Nilda Pinto in zijn voorwoord voor het feit dat zij de kinderen weer in contact had gebracht met de producten van hun eigen cultuur:
‘Hopi anjanan largoe nos a poerba di laga toer cos coe ta netamente Antiano for di nos ensenjanza. Pero semper tabatin algun persona coe tabata sinti coe e rumbo di nos educación mester di un cambio.
Un di nan tabata senjorita Nilda Pinto.’Jarenlang hebben we ons best gedaan om alles wat echt Antilliaans was buiten ons onderwijs te houden. Maar altijd was er wel iemand die aanvoelde dat ons onderwijs een verandering van richting nodig had.
Een van die mensen was Juffrouw Nilda Pinto.Aldus Tirso Sprockel in 1965!
De door Nilda Jesurun Pinto verzamelde verhalen zijn in 2005 nogmaals ondergebracht in de tweetalige Curaçaose prachtuitgave ‘Kon Nanzi a nèk Shon Arei’ – Hoe Nanzi de Koning beetnam[1].
Het lijkt me een goed moment om in deze woelige tijden die worden gekenmerkt door allerlei politieke streken eens terug te blikken op het leven van meesteroplichter Nanzi.
Nanzi en de slavernij
Wie kent niet de naam van dat gemene spinnetje dat zonder al te veel kleerscheuren de overtocht maakte van West-Afrika naar de andere kant van de Atlantische Oceaan om zich voor altijd te nestelen in het Zuiden van de Verenigde Staten en het Caraïbisch gebied?
Natuurlijk was de gedwongen emigrant Nanzi liever bij zijn voorouders in Afrika gebleven, maar veel keus had ie driehonderd jaar geleden niet. In de ‘Nieuwe Wereld’ vestigde hij zich in het geheugen en het verhaaltalent van de talloos velen die met hem de oversteek maakten om eeuwenlang te worden verkwanseld aan Europese kooplui en plantagehouders: mensen die heden ten dage deel uitmaken van een nieuwe Creoolse samenleving.
Overal in het Caraïbisch gebied duikt Nanzi op. Ook op de Antillen, waar zijn schavuitenstreken in de 20e eeuw werden opgetekend door de ― jong gestorven ― Curaçaose onderwijzeres Nilda Jesurun Pinto in haar ‘Cuentanan di Nanzi’ (1952), waarvan ik een publicatie uit 1965 vóór me heb liggen. Nanzi en zijn gezin kijken me vanaf de omslag schalks aan, gezeten op de rug van die onnozele Cha Tiger, de tijger.
Het boekje van Nilda Pinto heeft de basis gevormd van de latere tweetalige prachtuitgave ‘Kon Nanzi a nèk Shon Arei / Hoe Nanzi de Koning beetnam’ (Curaçao, 2005[1]), waarvan de Nederlandse tekst werd verzorgd door Wim Baart en Lieke van Duin en de Papiamentse tekst werd gemoderniseerd en omgezet in de nieuwe Curaçaose spelling door Sidney Joubert en Hubert Lemmens.
Nanzi: spin of mens?
In verhaal no. 28 uit het boekje van Nilda Pinto (‘Com aranja a nace na Corsouw’) en in het eerste verhaal van de luxe uitgave uit 2005 (‘Kon araña a nase na Kòrsou / Hoe de spin op Curaçao geboren werd’) wordt de lezer definitief op het verkeerde been gezet.
Uit dit verhaal blijkt dat Nanzi zijn vrouw en kinderen per ongeluk op magische wijze in spinnen verandert. Maar het antwoord op de vraag of Nanzi zelf óók een spin wordt blijft, merkwaardig genoeg, in het midden en wordt overgelaten aan de tekenaars en illustrators. In het boekje van Nilda Pinto is Nanzi een spin, maar in de uitgave van 2005 stellen de tekenaars Nanzi nu eens als mens voor (Hans Leydekkers), dan weer als mens en als spin (Doesjka Bramlage), als een soort ‘alien’ met spinnenpoten (Capricorne), als gestileerde spin met een jongenskop en haaientanden (Marenthe Otten) of als een fantasiefiguur met spinnenpoten (Anton Vrede).
Nanzi’s karakter
Elk kind moet lachen om de streken van Nanzi, maar op de keper beschouwd is Nanzi allesbehalve een prettige figuur. Hij is hebzuchtig, lui, impulsief, vals en gemeen. Hij is een rasoplichter, een moordenaar en een huichelaar die niet aarzelt om vrouw en kinderen te bedriegen en te bestelen als hem dit goed uitkomt. Hij is de ideale figuur om alle ― latent aanwezige ― slechte eigenschappen die in elk mens huizen te verpersoonlijken.
En als de verhalen goed worden verteld of voorgelezen hebben ze een geweldig louterend effect. Ze zijn echter minder geschikt om alleen maar gelezen te worden. Daarvoor zijn ze vaak te flauw en gaan daardoor snel vervelen. Ze hebben echt de saus van de voordracht nodig.
Maar sommige verhalen zijn ook leuk om te lezen zoals ‘Cha Nanzi en Temekú-Temebè’ (p. 57, uitgave 2005), ‘Hoe Nanzi de duivel beetnam’ (p. 70, idem), ‘Een weddenschap van Nanzi’ (p. 75, idem).
Nanzi op Curaçao
De verhalen die Nilda Pinto heeft verzameld spelen zich af op Curaçao.
Nanzi is voortdurend bezig om geld en voedsel te organiseren, in de eerste plaats voor zichzelf en vervolgens voor zijn gezin, dat vrolijk en medeplichtig schranst en schrokt van het eten dat vader ― meestal tot schade en schande van anderen ― heeft weten te ritselen.
Je vindt in de verhalen om die reden veel verwijzingen naar planten, vruchten en gerechten uit de Curaçaose keuken: guave (sappige subtropische vrucht), zuurzak (idem), pompoen, kadushi (cactussoep), shimaruku (West-Indische kersen), empaná (vleesparteitje), warapa (tamarinde met water en bruine suiker), funchi (maïsmeel, water en zout), tutu (maïsmeel, bonen en spek), awakati (avocado) etc. Ook dieren als de chuchubi (een lijstersoort) en de warawara (een roofvogel) spelen een rol.
Nanzi in de kerk
Als de dieren elkaar niet voortdurend streken zouden leveren zou je je in een Hof van Eden kunnen wanen. De slang, de tijger, de kat, de bok, de schildpad en de spin leven min of meer vreedzaam samen. Alles is mogelijk in dat ‘paradijs’.
Nanzi gaat, als goed katholiek en behept met een CDA-achtige mentaliteit, op bezoek bij God en de duivel met wie hij op een ‘jij en jou’ basis omgaat.
Nanzi gaat ook braaf met zijn vrouw en kinderen naar de katholieke vroegmis nadat hij even daarvoor een gemene rotstreek met iemand heeft uitgehaald.
Nanzi weet wel naar welke kerk hij moet voor de absolutie!
[1] Er verschenen inmiddels drie tweetalige versies ― respectievelijk Papiaments-Nederlands, Papiaments-Spaans en Papiaments-Engels:
- Pinto, N. (2020, 4e druk). Kon Nanzi a nèk Shon Arei i otro kuentanan antiano di e araña sabí; Hoe Nanzi de koning beet nam en andere Antilliaanse verhalen over de slimme spin. Curaçao: Fundashon Instituto Raúl Römer.
- Pinto, N. (2012, 1ra edición). Kuenta di e araña Nanzi – Los cuentos de la araña Nanzi. Curaçao: Fundashon Instituto Raúl Römer.
- Pinto, N. (2018, 1st edition). Kuenta di e araña Kompa Nanzi; Stories of the spider Kompa Nanzi. Curaçao: Fundashon Instituto Raúl Römer.