Een Arabisch Sprookje, bron: Mirbat Castle[1]
Herverteld door Joke Koppius en Greg Suffanti
Vertaald in het Nederlands door Joke Koppius en Heidi Muijen
Op een dag zag een dromedaris terwijl hij de steppe overstak een mier een enorme last dragen. Het kleine schepsel droeg een grote twijg, zeker tien keer groter dan zijzelf.
De dromedaris stond de hele tijd naar de bezige mier te kijken en zei toen:
“Hoe meer ik naar je kijk, hoe meer ik je bewonder.
Je draagt een last op je schouders die tien keer groter is dan jij, alsof er niets is gebeurd. Ik draag alleen een tas en mijn knieën knikken.
Waarom?”
De mier zweeg even, legde haar zware last neer en antwoordde toen:
“Het is echt heel simpel. Ik werk alleen voor mezelf, terwijl jij alleen voor anderen werkt”.
Daarna legde ze het takje weer op haar schouders en ging vrolijk verder.
Sprookjes, verhalen vertellen in Oman
Sprookjes worden normaal gesproken beschouwd als het erfgoed van kinderliteratuur en ze vormen een intercultureel verhalend genre, omdat ze (trans-) culturele waarden en levenslessen bevatten.
Het wordt algemeen erkend dat deze traditie van mondelinge verhalen veel ouder is dan geletterde samenlevingen, waarschijnlijk teruggaat tot de bronstijd, zo’n vijfduizend jaar geleden.
Over de educatieve eigenschappen van het sprookje wordt wel gezegd dat het kinderen gevoelig maakt voor culturele waarden en gebruiken, die er verhalend in verpakt zijn. Door sprookjes en verhalen van andere culturen te lezen krijgen jonge en oude lezers gevoel voor de schoonheid van verschil met de eigen achtergrond, voor ‘de vreemde ander’.
Zo ontwikkelt het kind het vermogen zich te verbinden met verschillende culturen, omgevingen en verre personages.
Ook de sprookjes en volksverhalen van Oman dragen ertoe bij de cultuur en tradities van de gemeenschap over te dragen.
Verhalen vertellen vormt een essentieel onderdeel van het Omaanse gezinsleven — meestal een groot gezin — dat van generatie op generatie mondeling wordt overgedragen door de oudsten van de gemeenschap.
Vooral tijdens speciale festiviteiten verzamelen kinderen zich in een kring rond een van de grootouders, opgewonden wachtend op het begin van het verhaal, ingeleid door de magische uitdrukking:
“Er was en er was niet … in het verleden en in de afgelopen tijd …
Verhalen vertellen is meer dan een leuk tijdverdrijf. Die traditie vormt het hart van de gemeenschap en draagt haar geschiedenis, cultuur en het sociale leven over op de jonge generatie.
Het Erfgoed van Dhofar
Veel van de folkloristische verhalen van Dhofar behoren toe aan de Jibbali (mensen uit de bergen).
De twee meest bekende personages zijn Bo Zid (Abu Zayd) — het portret van een perfecte ridder — en Ba Nwas (Abu Nawas) — een verhaal over een lastig figuur die conventies negeert.
Deugden als doorzettingsvermogen, verdraagzaamheid en uithoudingsvermogen worden in het bijzonder in de Jibbali-overlevering aangeprezen, evenals het vermogen problemen te vermijden en ze op te lossen door eigen bekwaamheid.
Dhofari-verhalen vertellen over arme mensen die rijk worden — De Arme Houthakker; prinsessen — De Prins en het Intelligente Meisje; moedige en geduldige moeders — Zorgzame Moeder; en boze stiefmoeders — Princess Salma — een soort Dhofari versie van Assepoester.
Magische elementen zijn ook aanwezig in de verhalen van geesten en magische wezens (Djinn[2]), net als pratende dieren — De geestbruid, De Magische Ring, De Sluwe Vos.
Sprookjes — zoals Slimme Mensen en De Moedige Man — behoren tot de bekendste in Dhofar. Ze weerspiegelen de traditionele elementen van een gewone man met superieure kracht of intelligentie.
Noten
[1] ‘De dromedaris en de mier’ is een van de islamitische sprookjes die laten zien dat hoe klein of groot dieren ook zijn, ze voor God allemaal belangrijk zijn en dat er goed voor moet worden gezorgd.
[2] “Djinn zijn voor de mens onzichtbare schepsels geschapen door Allah de Meest Verhevene van rookloos vuur (zie aayah 15:27 en 55:15), zoals mensen van aarde (zie o.a. aayah 3:59) en engelen van licht. Djinn zijn schepsels met een eigen wil en dienen ook te kiezen tussen goed en kwaad. Er zijn onder de djinn ook moslims, christenen, joden en ongelovigen etc. Men kan contact leggen met de djinn door middel van zwarte magie, glaasje draaien, ouijabord, pendelen etc., wat h’araam (verboden) is in de islam. Het is zeer gevaarlijk om djinn op te roepen, omdat je niet weet of je met goede/ eerlijke of slechte/ leugenachtige djinn te maken gaat krijgen. Slechte djinn zullen hun best doen om de mens schade te berokkenen door hen tot ongeloof uit te nodigen, te achtervolgen, angstaanvallen teweeg te brengen etc. en zelfs zelfmoord te laten plegen.” Geraadpleegd op 25 mei 2021 van https://uwkeuze.net/de-wereld-van-de-djinn/ Bekx, Abdoellaah. De wereld van de djinn (www.islamqa.info).